Zorgweb heeft de afgelopen jaren verschillende onderzoeken uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS
Dit onderzoek werd door de minister toegezegd aan de Tweede Kamer na een verontrustende publicatie van DNB over de toekomst van aanvullende zorgverzekeringen. DNB zag als risico dat bepaalde zorg op termijn niet meer voor een redelijk bedrag verzekerbaar zou zijn. Uit onze analyse over de kwaliteit en de kwantiteit van het aanbod van aanvullende verzekeringen over de periode 2007 – 2018 bleek dat het aanbod onverminderd gevarieerd is. Ook bleek dat de toegankelijkheid van deze polissen niet door wachttijden en medische selectie wordt belemmerd. Wel is er sprake van een premiestijging variërend van gemiddeld 2,4% voor polissen met een beperkte dekking, tot gemiddeld 4,9% per jaar voor polissen met een uitgebreide dekking. Bekijk het rapport Onderzoek aanvullende verzekeringen.
De Tweede Kamer heeft om deze nulmeting gevraagd omdat de indruk bestaat dat zorgverzekeraars veel (bijna) identieke polissen onder verschillende namen en tegen verschillende premies op de markt brengen. Het gevolg daarvan is een groot en onoverzichtelijk aanbod van zorgpolissen. Van de 55 basisverzekeringen op de markt zijn er 34 echt uniek. De overige 21 polissen zijn qua polis-type, contracteergraad zorgaanbieders en vergoeding niet-gecontracteerde zorg gelijk aan één van deze 34 polissen. Diverse polissen worden onder verschillende namen op de markt gebracht. Dit gebeurt door collectiviteiten, volmachten en ook door verzekeraars zelf. Afgezien van de collectiviteitskorting gebeurt dat tegen gelijke premies. De collectiviteitskorting wordt gefinancierd door een opslag op de premie voor alle verzekerden. Bekijk het rapport Nulmeting polisaanbod Basisverzekeringen.
Het rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek naar de informatievoorziening door zorgverzekeraars, volmachten, collectiviteiten en vergelijkingssites. De conclusie is dat er sprake is van een verbetering in de informatievoorziening ten opzichte van een jaar eerder, maar dat er nog voldoende mogelijkheden voor verbetering zijn. Bekijk het rapport Monitor overstapseizoen 2016 – 2017.
Bij de introductie van de Zorgverzekeringswet in 2006 is op initiatief van de Tweede Kamer een bepaling in de wet opgenomen die zorgverzekeraars de mogelijkheid biedt tot het aanbieden van collectieve verzekeringen. Zorgverzekeraars mogen in dat kader een korting verlenen op de nominale premie van maximaal 10%. De gedachte daarbij was dat de mogelijkheid tot het verlenen van korting een prikkel zou vormen voor een doelmatige zorginkoop ten behoeve van specifieke doelgroepen. Het onderzoek heeft tot doel zicht te krijgen op de wijze waarop zorgverzekeraars invulling geven aan de mogelijkheid tot het aanbieden van collectieve verzekeringen. De conclusie van het onderzoek is dat zorgverzekeraars niet specifiek voor collectiviteiten zorg inkopen. De zorginkoop heeft in de praktijk betrekking op alle verzekerden van de betreffende verzekeraar. De collectiviteitskorting wordt gefinancierd middels een opslag op de premie voor alle verzekerden. Zorgverzekeraars hanteren de mogelijkheid tot het verlenen van korting primair als marketinginstrument. Bekijk het rapport Fact-finding collectiviteiten in de Zorgverzekeringswet.
Het rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek naar de informatievoorziening door zorgverzekeraars, volmachten, collectiviteiten en vergelijkingssites. De conclusie is dat er sprake is van een verbetering in de informatievoorziening ten opzichte van een jaar eerder, maar dat er nog voldoende mogelijkheden voor verbetering zijn. Bekijk het rapport Monitor Activiteiten zorgverzekeraars overstapseizoen najaar 2015.